Harlingen; als een vis in het water. Verslag van meeloper.

De regen komt met bakken uit de hemel. Wij zijn op weg naar Harlingen voor de visserijdagenloop. Ach, visserij en water zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, dus dat komt goed uit. We passen de snelheid van de auto aan aan de omstandigheden. Veel, heel veel water op de weg, hier en daar plassen en dus kans op aquaplaning. De stemming in de auto heeft er niet onder te lijden. We zijn en blijven goed gemutst en vol goede moed over een mooie loop. Geen van ons drieën is ooit eerder deelnemer aan deze loop geweest. We kennen de route niet en als we ons er een voorstelling van maken dan zullen we ongetwijfeld langs de (visserij)haven geleid worden. We zijn benieuwd.

De auto wordt geparkeerd en gedrieën lopen we in gezwinde pas, om niet zeiknat te worden, naar de Waddenhal. De start/finishboog torent hoog boven het struikgewas en het geboomte uit. De boog deint mee op de stevige wind die uit noordwesten de regen aanvoert. We zijn niet de enigen. Veel bekenden en het is binnen in de kantine en buiten een gezellige boel. De gesprekken gaan uiteraard over het weer en over de keuze welke afstand er gelopen gaat worden, 10 of 16 km. Inschrijven, betalen, nummer opspelden en nog tijd genoeg voor koffie en sterke verhalen. Een loopcollega verhaalt over z’n niet geplande marathon: ‘Een zwaar verstoorde nachtrust door een in kampioenstemming verkerende huisgenoot maakte het noodzakelijk voor dag en dauw huis en haard te verlaten. Om de voor hem liggende lange dag nuttig te besteden nam-ie het kloeke besluit zijn hardloop kleding mee te nemen en op pad te gaan naar Enschede waar die dag de marathon zou plaats vinden. Het werd een helletocht, te weinig kilometers in de benen en de korte nachtrust eisten hun tol. Letterlijk en figuurlijk geknakt begon hij aan de laatste kilometers. Totdat hij fotografen en t.v. camera’s op een enkele kilometer van de finish op zich gericht zag. In verwondering vroeg hij zich af waar-ie dat aan verdiende. Al spoedig werd het hem duidelijk; hij was ongewild in gezelschap gekomen van de burgervader van de stad Enschede, die met evenveel pijn en moeite als hij zelf op weg was naar de finish. Met dat verschil dat de een meedeed aan de vijfkilometer en de ander aan de hele marathon. Thuis hadden ze zich al afgevraagd waar hij gebleven was. Een t.v. sportuitzending aan het eind van die middag bracht uitkomst. Daar liep-ie naast de burgemeester’. Lees verder