Loop Leeuwarden vanaf de zijlijn

Loop Leeuwarden

Foto’s Humphrey Paap 

LoopLeeuwarden

De zon schijnt en het is een aangename temperatuur. Althans, voor ons als toeschouwers, want het is goed verpozen daar aan de boorden van het parcours Loop Leeuwarden. Als toeschouwer kijk je toch op een andere manier tegen een loopevenement aan dan als deelnemer. De betrokkenheid is volstrekt anders. Ik sta vrijblijvend en relaxt aan de zijlijn en kijk naar de deelnemers. Een record aantal inschrijvingen: meer dan 5500!! De stemming is opperbest.

Over een paar minuten zal er gestart worden voor de halve marathon. Ik verbaas me erover dat de verscheidenheid in kleding zo groot is. Zelden zie je een eenzelfde shirt, of het moet van een “clubje”, loopgroep, vereniging of bedrijf zijn. De wedstrijdlopers staan geconcentreerd in afwachting van het startschot. De een na de ander “rommelt” nog wat aan haar/zijn calculator. Er wordt niet veel meer gepraat. Een enkeling frunnikt wat aan de kleding. Waarschijnlijk niet voor de eerste keer. Een paar lopers staan nog wat ongeduldig te trappelen.

In de startvakken van de recreanten gaat het er anders aan toe. Er wordt druk gepraat. Men kijkt om zich heen, zwaait naar een bekende in het publiek. Er wordt water gedronken. Er zijn er die nog met de rug naar de startlijn staan. Maar er zijn er ook die in navolging van de wedstrijdlopers zich concentreren op het startsignaal. Ik vraag me af wat er in hun hoofden omgaat. Als ik zelf meeloop denk ik aan wat me te wachten staat. Altijd neem ik mij voor niet in de verleiding te komen om me aan te passen aan het tempo van anderen. Dat is vooral in de eerste paar kilometer een kwestie van mezelf goed inprenten “niet doen!” Maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik me daar niet altijd aan houd. En ik neem me voor om de eerste 10 kilometer het “rustig” aan te doen, opdat ik nog wat over heb voor het tweede deel.

LoopLeeuwardenDrinken

Ik weet dat de man met de hamer onverwachts kan toeslaan. In het startvak ben ik daar al mee bezig en dan vraag ik me af, of ik voldoende aan de voorbereiding heb gedaan. Ik denk dat ik zeker vanaf 10 kilometer bij iedere verversingspost wat te drinken zal aannemen. Ik weet dan ook al, dat ik me daar niet aan houd, want als het lekker loopt, wil ik niet uit het ritme gehaald worden. En al lopend drinken betekent verslikken, hoesten en proesten. Soms bevragen we elkaar over gewenste eindtijd. Steevast geef ik een tijd op die behoorlijk veilig is, zodat ik ingedekt ben als ik bijkans uitgeput de eindstreep passeer. Ik vraag me af of zij die daar nu zo schijnbaar ontspannen in het startvak staan soortgelijke gedachten hebben.

Plotseling is het blijkbaar zover. Ik heb het startschot gemist. De meute schuifelt wat naar voren om even later de looppas er in te zetten. De wedstrijdlopers zijn dan “al lang” op tempo en waarschijnlijk in hun ritme. Wij, als toeschouwers, laten onze blik langs de schier eindeloze rij lopers gaan. Af en toe volg je even een deelnemer die op een of andere manier je aandacht trekt. Dan gaat zo maar ineens de laatste loper over de startlijn om even later uit het zicht te verdwijnen.

Daar sta ik dan een beetje weemoedig en met spijt in het hart dat ik me toch niet heb ingeschreven. Ik kijk maar eens op mijn horloge, want over iets meer dan een uur zullen de eerste wedstrijdlopers in zicht komen. De toeschouwers verspreiden zich. Ik loop en kijk wat rond en ga op weg naar de VIP-tent, tenslotte heb ik een uitnodiging via Running Center Leeuwarden op zak. Ik ontmoet wat bekenden, maak een praatje en geniet van de zon.

Dan hoor ik de speaker aankondigen dat de eersten van de vijf kilometer in aantocht zijn om te finishen. Ik probeer een plekje dichtbij de eindstreep te vinden om bekenden van de eigen loopgroep te zien finishen. In het begin is iedere deelnemer goed te traceren, maar als er veel lopers samenklonteren op weg naar het einde geef ik de moed op.

Ik vervolg mijn weg naar het plein voor het stadskantoor, het Oldehoofsterkerkhof. Daar aangekomen is er bij mij geen enkele associatie met een kerkhof. Het is er druk, gezellig, kleurrijk en een en al vrolijkheid. Het is er zonovergoten. Er is muziek en behoorlijk wat publiek op de been. Ik ga de VIP-tent binnen en drink een kop koffie. Het is een komen en gaan van velen. Aan de achterzijde van de tent heb je een goed zicht op de finish.

Winnaar

De tijd vliegt. De eerste loper van de halve marathon blijkbaar ook. Er is iets meer dan een uur verstreken en daar in de verte komt-ie aangesneld in een schitterende, lichtvoetige stijl. Eenmaal over de eindstreep is hem niet aan te zien dat-ie zojuist een halve marathon heeft volbracht. Hij laat het applaus en de toejuichingen gelaten over zich heen komen. De winnaar, Peter Kamais, komt uit Voorthuizen, terwijl ik toch zou denken dat-ie uit Afrika komt. Een paar minuten later volgen de “Hollanders”: Kamminga en Negerman als 2 en 3 en Mariska Kramer als eerste vrouw.  Vervolgens volgen de lopers elkaar in hoog tempo op. Ik probeer het handjevol bekenden eruit te vissen. Maar dat lukt maar mondjes maat.

De dag is nog niet voorbij. De 10 kilometer staat nog op het programma en wel om kwart over twee. Dat is jammer. Niet omdat deze afstand op het programma staat, maar wel om het tijdstip. Er zit een groot gat tussen de start van de halve marathon en de 10 km. Dat betekent lang wachten, veel toeschouwers laten het dan ook afweten. En de lopers zelf moeten zich los zien te maken uit de feestelijke sfeer die de gefinishte en opgeluchte deelnemers van de 5 en de 21,1 km te weeg brengen. Opgelucht zijn ze dat het weer is volbracht. Naar de verhalen te horen waren vooral de laatste paar kilometers zwaar. Het lijkt op mosterd na de maaltijd en dat verdienen de deelnemers niet. Tenslotte is de 10 kilometer een uitdagende afstand om het beste uit jezelf te halen. En het is de afstand die traditioneel altijd de meeste deelnemers heeft.

Ik wacht de finish van de wedstrijd af. Ik zie dat Erik Bouma in 35.09! als derde over de eindstreep komt na Jan Albert Veenema en Gerrit Kramer. Geweldig. Dan zit het er voor mij op. Ik ga naar huis. Het is mooi geweest.

Meeloper aan de zijlijn.