Trailrunning, een kennismaking
Het is zondagmorgen. De lucht is grauw en als ik buiten kom, merk ik dat er een heel fijne motregen neerdaalt; het waait, niet hard, maar het waait. Het is een graad of vijf, het voelt kouder. ‘Het ideale weer om kennis te maken met het trailrunnen’. Dat is wat Jan Albert Venema ons, een 25-tal hardlopers van Loopgroep Sneek, vol overtuiging aan het verstand wil brengen. Kleumend, in afwachting van wat ons te doen staat, nemen wij dit voor waar aan. ‘Geniet, niks moet, het gaat niet om de snelheid. Bij trailrunning worden gebaande paden niet gemeden, maar het leukste is, als je er vanaf wijkt’. We geloven het maar. Jan Albert vertelt dat je er sterker van wordt en dat je er profijt van hebt als wegatleet. Ook dat geloven we, want hij kan het weten vanuit eigen ervaring. Hij waarschuwt voor ‘de hobbels en bobbels’, maant ons vooral voorzichtig te zijn en goed uit te kijken en vertelt, tussen neus en lippen, dat het vooral erg leuk wordt als je in geaccidenteerd terrein loopt. Het Rasterhofpark biedt voor, ons vlakke landers, genoeg mogelijkheden om te ervaren hoe leuk trailrunnen is.
Dan gaan we op pad. Neen, niet over het pad, maar door de berm, springend over een greppel, modder spat op, oppassen dat we niet uitglijden. Als we het brede pad op lopen, heeft de regen zijn werk gedaan: overal plassen die worden veelvuldig gemeden. Maar dat is niet de bedoeling, denkt een of ander onverlaat. Het kind komt schijnbaar in hem boven, het water spat alle kanten op. Gekerm en geschreeuw, maar ook gelach en dreigementen dat de wraak zoet zal zijn. Even later door het sompige gras, vol kuilen en molshopen. Gelach, het begint leuk te worden. De modder spat tot kuit hoogte. De kleuren van de schoenen verliezen hun glans. De voorzichtigheid, de angst om vuil te worden, verdwijnt langzaam maar zeker. De groep wordt luidruchtig. Dan, een obstakel op ons pad, grote delen van bomen versperren ons de weg. Dus er overheen, dat gaat niet iedereen even gemakkelijk af, er wordt gevallen. Lichte schrik, maar het loopt goed af, dus gelach. De eerste natte voeten worden gemeld. Omhoog. Weer door het hoge, natte gras. Het went. De stemming stijgt. Het wordt steeds leuker.
Dan wordt er gestopt. Dit was deel een van de warming up. Nee, geen pauze, maar we gaan even wat loopscholing doen: trippling, skipping en hakken-billen. We hebben het vaker gedaan. Dat tot genoegen van Jan Albert. Even later hetzelfde, maar dan ‘berg’ op, om dat ook eens te ervaren. Het komt er op aan. We laten ons niet kennen, we hebben er plezier in. Bij de Cascade een paar keer op en neer. De eerste vermoeidheidsverschijnselen dienen zich aan. Oppassen, het kan glad zijn en de temperatuur van het water nodigt zeker niet uit. Het gaat goed.
De uitgebreide warming up, en de eerste kennismaking met het trailrunnen zit er op. Het bevalt en als het niet erger wordt, valt het wel mee. Het tweede deel van het programma is als de beroemde kers op de appelmoes, waarmee Van der Valk bekend is geworden.
De regen heeft een visitekaartje afgegeven. Wanneer het pad definitief verlaten wordt, is het gras sompig, overal is modder, hier en daar molshopen en de stront van de oerossen, die ik gemakshalve maar even zo benoem, bij gebrek aan kennis van deze kolossen, is overal te vinden en moeilijk te vermijden. De eerste stappen worden nog wat onwennig genomen, maar eenmaal goed en wel op weg, is het hek van de dam. Glibberend, lachend om elkaars capriolen, worstelt iedereen zich voort. Tot heuphoogte zit de modder, zeiknatte schoenen en voeten. Witte sokken zijn onherkenbaar en kunnen zonder meer zo de container in. Als je niet een tweede paar schoenen hebt voor je reguliere loopjes, dan heb je een probleem. Je wordt er gaandeweg van overtuigd dat de loopschoenen winkel de uitvinder is van het trailrunnen. Jan Albert weet van geen ophouden. Het kind komt in je boven. Bagger, vuile kleding, natte voeten, het kan je niets meer schelen. Het is verleidelijk om iemand even een zetje te geven, maar je houdt je in. Dat gaat net iets te ver. Aan alles komt een eind. Zo ook aan dit ‘experiment’. Terug bij de auto maak je met elkaar de balans op: het was leuk, voor herhaling vatbaar. Even later met een kop koffie bij Van der Valk; ‘onvergetelijk, uitdagend, gaan we vaker doen. Jan Albert, je wordt bedankt voor je initiatief, je enthousiasme, je begeleiding. En je hebt gelijk: ‘het grote voordeel bij trailrunning is dat er geen slecht weer bestaat’.