Monnikenloop 2018
Het startvak loopt langzaam vol. Ach, een startvak kun je het eigenlijk niet noemen. Er is een straat, er liggen matten voor de tijdregistratie die doen dienst als start- en finishlijn en daarachter kun je je opstellen. Er staan ook nog hekken aan de zijkanten, zodat de toeschouwers worden gescheiden van de lopers, en dat is alles. Het voldoet en dat is het belangrijkste. De sfeer is voorts ongedwongen, alle voorzieningen liggen binnen handbereik en de organisatie, bestaande uit vrijwilligers van de atletiek vereniging uit Groningen, doen onopvallend hun werk. Wij hebben ons gemengd ‘ergens’ tussen onze lotgenoten. Het is een gedisciplineerd gezelschap. Er klinkt geen onvertogen woord. Ik had me ingeschreven voor de 10 mijl, maar loopvriend G heeft mij overgehaald om het parcours van de 10 km gezamenlijk te verkennen. Op mijn beurt heb ik hem de vijf kilometer uit het hoofd gepraat. Daar staan we dan elkaar te overtuigen dat we de vandaag de juiste keuze hebben gemaakt. We zitten tenslotte nog in de herstelfase van ons blessureleed.
Nog vijf minuten! ‘Burgemeester Van Gent zal straks het startpistool bedienen’, weet de Speaker ons te vertellen. Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik onzeker ben over de afloop. Vriend G, die blijkbaar in de gaten heeft dat ik niet geheel gerust ben op het halen van de finish, houdt mij voor dat ik onderweg gemakkelijk kan uitstappen en dat ze bij hotel Van der Werf mij zonder aanziens des persoons heus wel willen bedienen.
En dan is het zover; een luide knal en de meute zet zich in beweging. We moeten mee, mevrouw Van Gent knikt ons nog bemoedigend toe, terwijl ik mijn eigen tijdwaarneming in werking stel. Een drukte van belang. Links en rechts gaan ze ons voorbij. Dan in de bocht naar rechts een duwtje tegen de schouder, een ‘sorry’. Ach, het is ook haast niet te voorkomen. ‘Hé meeloper!’ En ik dacht nog wel dat ik incognito mee liep. Ik ruilde n.l. op de valreep mijn startnr van de 16 km met loopvriend S voor de 10. Tijd, zin en geduld om het officieel te regelen hadden we niet.
Vervolgens een bocht naar links de Badweg op. Er ontstaat meer ruimte. Vriend G maant mij: ‘rustig!’ We blijven dan ook gedisciplineerd achter de brede heupen van een stelletje gezellig kakelende lopers. Tenslotte hadden we afgesproken elkaar bij de les te houden en dat betekent lopen op een rustig duurloop tempo. Ik voel mijn ‘poot’, ik vloek, niet hardop. Ik zie het somber in. Vriend G informeert hoe het gaat; ik brom wat. ‘Je kunt straks linksaf, dan ben je zo weer “thuis”. Tja, dat weet ik ook wel. Ik verbijt de pijn in de hoop dat indien ik straks echt warm ben en de doorbloeding goed op gang is gekomen, het allemaal wel mee zal vallen. Hij laat weten dat-ie óók wat voelt. We besluiten nogmaals om het rustig aan te doen, dus de rem houden we er op. Dan rechtsaf om het dorp voorlopig achter ons te laten, op weg naar de duinovergang. Inderdaad, de pijn is verminderd, ik zie het weer helemaal zitten. Ik kijk wat om mij heen, rechts de duinen en links een valleitje met hier en daar een enkel bosje, wat water en in de verte een koppel paarden in galop. Het stemt mij vrolijk, te meer daar ik weinig last meer ondervind van enig ongemak.
Plotseling worden we gesommeerd om links te lopen. Loopvriend D heeft connecties met de fotograaf en hij vertelt dat we links lopend de fotograaf niet kunnen missen. Gedrieën laten we ons ‘beet nemen’ om daarna vrolijk keuvelend onze weg te vervolgen. Bij de duinovergang wandelen de eersten en wij vallen stil. We hebben tenslotte alle energie nodig om het duin te beklimmen. In een rustige looppas kom ik, komen we, boven. Naar beneden neem ik mezelf in acht. Ik kies bewust voor het mulle zand, dan kan je onmogelijk snel naar beneden. Een scherpe bocht naar rechts om het karrenpad naar de vuurtoren op te gaan. Ik zag er een poosje geleden nogal tegen op, maar het valt alleszins mee. Het brede pad is niet begaanbaar, hier en daar lijkt het wel een sloot, zoveel water is er. We lopen in ganzenpas over een kronkelig en smal pad. Inhalen is nauwelijks mogelijk, of je moet de euvele moed hebben om het lage struikgewas plat te lopen. Niet iedereen is even betoeft op het smalle pad vol met kuilen, en andere hindernissen. Een enkele keer moeten we noodgedwongen stapvoets voort. Loopmaat G slaat zich er ook manmoedig door heen, we houden elkaar steeds goed in het oog.
Een onverlaat van middelbare leeftijd moppert hardop en luid dat het pad wel erg smal is. Ik bijt hem toe dat-ie vrijwillig en voor zijn eigen plezier hier loopt en dat niemand hem zal beletten om links op het brede pad door het water dan wel een route door het mulle zand een stukje hoger op te nemen. Hij houdt zich gedeisd.
Omdat het niet erg snel gaat, is er tijd genoeg om af en toe rustig wat rond te kijken. Het is jammer dat het wat mistig is, anders zou je nog een glimp van Ameland kunnen opvangen. Maar ook met dit weer is een blik naar links over het strand de moeite waard. Om het strand te verlaten moeten we weer het duin over. Het is een stevige klim, maar wij nemen deze hindernis moeiteloos. Naar beneden maken we beheerst gebruik van de zwaartekracht. Zonder kleerscheuren gaan we, bijna op het diepste punt, rechtsaf de duinen in. We informeren naar elkaars ‘handicap’ en stellen verheugd vast dat we nergens last van ondervinden. Het pad slingert van links naar rechts, af en toe moeten we een oneffenheid overwinnen, maar het is puur genieten. We ‘bemoeien’ ons met onze lotgenoten, de hijgers en de kreuners, kortom zij die het moeilijk hebben. We steken ze een hart onder de riem. We wijzen ze op de mooie natuur, en het prachtige parcours. Vragen waar ze vandaan komen en houden hun voor dat aan alles een eind komt.
Tussen de bedrijven door hebben we een goed gesprek over onze loopgroep, over het wel en wee van deze en gene en prijzen we ons gelukkig dat we hier mogen lopen. Dan horen we van achter uit dat we weer op moeten letten; de fotograaf heeft ons inmiddels al lang weer in de smiezen. We zetten ons beste beentje voor en hopen dat we er op ons voordeligst op komen te staan.
Soepeltjes beklimmen we het duin. We zijn ruim over de helft, zetten een tandje bij, terwijl we weten dat we over een paar honderd meter rondom de Westerplas een paar “ups” moeten overwinnen, maar altijd in de wetenschap dat na iedere up een down volgt. Aan onze conditie zal het niet liggen.
Een paar meter voor ons danst een prachtige vlecht op de rug van een lotgenote. Als we naast haar lopen, kunnen we het niet laten haar te laten blijken dat we dat we (het) haar mooi vinden. Onder andere omstandigheden hadden we geen genoegen genomen met het dank je wel. We doen het er mee en lopen snel door. We blijven genieten van het prachtige uitzicht over de Westerplas. Als we even later onderaan de dijk lopen, bijna op zeeniveau, en over het Wad uitkijken met verderop de strekdam en daarachter de jachthaven, dan vallen we stil. We hebben even onze eigen gedachten aan toen we hartje zomer met de eigen boot daar een dag of wat bivakkeerden. Vooral bij laag water is het een belevenis. Het is net alsof je in een grote kom met water ligt. Je kunt er met de boot niet weg, of je moet lopend over het drooggevallen Wad en maar zien waar je terecht komt. Het is de astronomische wetmatigheid dat het een zestal uren later weer hoogwater zal zijn, dus maak je niet ongerust en heb geduld.
Inmiddels zitten er negen kilometer op. Met pylonnen wordt aangegeven waar we langs moeten. Je kunt afsnijden door recht en steil omhoog de dijk op te lopen, maar dan haal je het aantal kilometers net niet. Wij kiezen er voor het officiële parcours te volgen dat ons langs de geleidelijke weg omhoog brengt. Eenmaal boven, met de blik op het dorp, zetten we nog even aan. Enkele minuten later passeren we in opperbeste stemming de finish met weinig tot geen last van het ongemak dat ons maanden lang bij tijd en wijle een slecht humeur bezorgde.
De rest van de dag brengen we in gepaste vreugde door in gezelschap van alle anderen van onze Loopgroep onder het genot van een versnapering bij Van der Werf om de derde plaats van onze trainer, Arjen Visserman, te vieren.
Meeloper
Foto’s: Janke vd Schaaf – Loopgroep Sneek/IJlst – Herman Rinket & Jeannet Bakema