Ik loop in……….San Vincenzo en …….
Autorijden kunnen ze als de beste, die Italianen. Ze trekken zich ook weinig aan van verkeersregels. Ze maken ze zelf. In stad of dorp, op secundaire of op snelwegen, het maakt niet uit. Het is hun bedoeling om zo snel mogelijk van A naar B te komen en daarbij zijn ze niets ontziend. Soms hilarisch om te zien, dan weer tenen krommend.
Ik loop in de buurt van een wat duffe, stille havenplaats, San Vincenzo. De camping ligt op en zestal kilometers in zuidelijke richting, niet ver, ongeveer 700 meter van zee. Eerst een rondje camping. Geen mens te zien en niet alleen omdat het vroeg in de morgen is. Het toeristen seizoen is hier nog niet op gang. Het is een grote camping met vele z.g. chaletjes. Het ziet er verzorgd uit.
Ik verlaat de camping. De zon schijnt en er is wind uit het zuiden, matig. Ik loop en kijk om mij heen. Het landschap is niet onaardig. Veel groen, licht heuvelend, veel cipressen en andere naaldbomen. Landinwaarts een enkel plaatsje gedrapeerd tegen de bergen. Waar geen bomen staan braakliggende grond overwoekerd door onkruid. Een enkele sloot is zichtbaar. Ik loop en dat gaat lekker. Een rustig tempo. Als ik goed en wel de camping heb verlaten kom ik bij een weg evenwijdig aan de kustlijn. De zee onttrekt zich aan het gezichtsveld door een smalle strook naaldbomen en struikgewas. Ik sla linksaf en neem het fietspad langs de weg. Ach, fietspad is wel wat veel gezegd. Op de weg, die van zich zelf al niet erg breed is, is aan een kant een strook asfalt afgescheiden door een betonnen opstand van enkele centimeters hoog. Het pad is natuurlijk overal niet even breed. Op z’n breedst anderhalve meter en op zijn smalst een halve. Op het asfalt is een fiets en een wandelaar afgebeeld. Daar moeten wij het mee doen. Ik loop en de auto’s razen langs je heen. Het is geen pretje, uitlaatgassen, walmen diesel van wel heel oude auto’s, zuigwinden van met name vrachtauto’s. En ik realiseer mij dat het opstaande scheidingsrandje tussen fietspad en rijweg voor Italianen geen onneembaar obstakel is. Even later ontvouwt zich het bewijs; de auto die mij zojuist heeft ingehaald moet uitwijken voor een tweetal tegemoetkomende auto’s. Lees verder