Ik loop ………. in Norddeich
Het is klokslag acht uur in de morgen. Een kop thee en een krentenbol. Sluierbewolking. Dat zal niet lang duren. De zon zal ongetwijfeld ongetwijfeld haar werk doen. Het is iets meer dan een graad of tien. Het is mijn eerste loopje sinds een kleine week. Het weer en het reisschema zaten in de weg. De camping ligt pal achter de dijk. Veel mogelijkheden zijn er niet. Het is of links-, of rechtsaf langs de Waddendijk, of aan de landzijde, of aan de zeezijde.
Ik verlaat de camping en loop via een fietspad richting het dorp Norddeich. Na een paar honderd meter kan ik via een trap de dijk op. Ik doe een poging om in looppas de treden te bedwingen. Halverwege moet ik erkennen dat dit te hoog is gegrepen. Moeizaam vervolg ik mijn weg. Op de kruin van de dijk geniet ik van het uitzicht. Het is laag water. Het eiland Juist is goed waarneembaar met een bescheiden skyline, in tegenstelling tot Norderney met een paar torenhoge gebouwen. De kruin van de dijk is redelijk begaanbaar. Velen, hardlopers, wandelaars, honden bezitters zijn mij voor gegaan. Het gras is kort en de ondergrond is hard.
De zon heeft inmiddels de bewolking opgelost. De temperatuur van de buitenlucht is voelbaar toegenomen, die van mij trouwens ook. Na een paar honderd meter wordt het pad versperd door een hek. Ik besluit om aan de wadkant, onder aan de dijk, mijn weg te vervolgen. Een klaphek verschaft mij knarsetandend toegang tot de ‘rest’ van de dijk. De voet van de dijk, vanaf het water omhoog, bestaat uit 10 meter breed asfalt. Daarboven zeker twintig meter is grasland. Het zeewater is ver weg; het is eb. Een groot deel van de Waddenzee is drooggevallen. Het slik is grauw van kleur. Om de golfslag te breken zijn er vierkante en rechthoekige percelen aangelegd. De zijden worden gevormd door Wilgetenen die gevlochten tussen paaltjes ogen als een soort van lage dijkjes.
Geen mens te bekennen, vogels daarentegen in overvloed. Ik vermoed dat het Strandlopertjes zijn. Ik weet dat er vele soorten zijn, maar lopend zijn ze voor mij niet te onderscheiden. Op de dijk schapen. Het valt mij op dat er geen meeuwen zijn. Kom daar in Nederland langs het Wad eens om. Lees verder