STORM EN REGEN IN DE ‘GROET UIT SCHOORL RUN’
De vraag waarom hardlopen zoveel genoegen schept, is niet te beantwoorden zonder ooit te hebben deelgenomen aan een of ander loopevenement. En dan nog zullen woorden te kort schieten om het gevoel voor, tijdens en na het voltooien van zo’n ‘wedstrijd’ te beschrijven. Ik doe een poging: het zal moeten gaan over de spanning voor de start, het startmoment zelf, de eerste kilometers, de momenten van pijn lijden, de ‘angst’ dat die vervelende blessure weer zal opspelen, de vrees dat je een onvermijdelijke inzinking niet te boven zal komen, de twijfel of je het tempo zal kunnen volhouden en natuurlijk over het euforische gevoel dat zich van je meester maakt als je de eindstreep passeert. De ‘Groet uit Schoorl Run’ is daartoe een ideale gelegenheid.
Het is zondagmorgen. Vroeg op pad naar Schoorl om te lopen. Om klokslag elf uur zal de start plaats vinden van de halve marathon en de dertig kilometer run. Een populair loopevenement dat hoog staat aangeschreven bij hardlopend Nederland en omstreken. Duizenden zijn net als wij onderweg. Wat bezielt ons deelnemers?
Je kunt er vergif op innemen, acht van de tien gesprekken van diegenen die onderweg zijn naar Schoorl, gaan over blessureleed, te weinig kunnen trainen, over een conditie als een krant en andere ongemakken. Het is indekken en excuseren voor nota bene een prestatie die nog geleverd moet worden. Het tekent de onzekerheid van de deelnemers! Maar het is een schijnbare onzekerheid die de opwinding voor de komende uren enigszins maskeert.
Onderweg. Het waait dat het rookt, schuimkoppen overheersen op het IJsselmeer. Het begint te regenen. Naarmate de reis vordert lijkt het wel of de wind toeneemt en de regen ook. De buienradar voorspelt dat het tussen elf en twaalf droog zal zijn en daar ga ik dan ook maar vanuit. Lees verder