Hardlopen in Coronatijd door meeloper (2)

Lopen in Corona tijd

Dilemma
Na een aantal weken thuis, geïsoleerd, alleen er op uit als het strikt noodzakelijk is, krampachtig pogend om de anderhalve meter zo goed en zo kwaad als mogelijk te respecteren, begon het toch wat te kriebelen. En juist op dat moment werd het duidelijk dat campings onder bepaalde en strikte voorwaarden open mochten. Een telefoontje was voldoende: ‘mits je zelfvoorzienend bent, ben je welkom’. Wij zijn zelfvoorzienend; douche en toilet aan boord, dus wat let ons. Druk was het niet. De helft van de beschikbare plaatsen mochten worden bezet en in de dorpen was het een stille boel; geen terras, niet alle winkels open. Dus wat fietsen, wandelen en…….hardlopen. Dat is altijd leuk hardlopen in een andere omgeving.

Texel
Ik loop op het fietspad naast een weg. Het miezert, maar dat deert niet. Het waait hard en dat is jammer. Als ik uit de luwte van een boerderij kom, krijg ik een forse opdoffer van de wind. Ik dreig in de berm terecht te komen. Het gaat goed. Het fietspad maakt een bocht. De wind die aan lijkt te wakkeren, komt nu van voren. Ik neem de eerste de beste afslag richting het bos in de hoop daar wat meer beschutting te vinden. Half wind, het is een lang recht eind.Lopen op Texel biedt wat omgeving betreft vele mogelijkheden. Het gebied met graslanden, overwegend vlak met vooral geasfalteerde fietspaden en weggetjes. Het eiland is het domein van vooral de schapen, in mindere mate van koeien en soms, voor de broodnodige variatie een perceel met wat paarden, hier en daar een akker met maïs en graan. Het bos en aangrenzend het duingebied, zand- en schelpenpaden, maar ook met fietspaden, de waddendijk met de prachtige vergezichten en vooral het strand, waar het mulle zand de overhand heeft bij hoog water.
Met een rustige duurloop van een à twee uren is het niet moeilijk om een groot deel van die landschappelijke omgeving te door kruisen. Ik heb er dan ook weer dankbaar gebruik van gemaakt.

Noordoost Friesland
Na tien dagen Texel komen we terecht in Anjum. Misschien wel een vergeten stukje Friesland. Het Wad en Lauwersmeer op loopafstand, waar het verleden van het vissersbestaan in Paessens en Moddergat tot leven komt. Met het dorp Ee met de kortste plaatsnaam van ons land, eeuwenoud gebouwd op een en rondom een terp. Het is ook nog de enige plaatsnaam met twee letters. Waar Corona ellende je al niet kan brengen. Anjum, off all places, maar ik kan je vertellen dat het de moeite van een verblijf waard is. De camping ligt aan de buitenkant van het dorp. Een wijdse omgeving. Vergezichten begrensd door aan den einder het talud van dijken. Bomen zijn er alleen om boerderijen en huizen te beschermen tegen de wind die er altijd nadrukkelijk aanwezig is.

Op pad
Het is nog vroeg als ik op pad ga. Rechtsaf vanaf de camping, waar alles en iedereen zich nog in alle stilte aan het voorbereiden is op de dag. Even later op de T- kruising kan ik links of rechts. Twijfel, ik ken de omgeving helemaal niet. Oostmahorn lonkt in de verte. Dan een kloek besluit, ingegeven door een collega hardloper die ik verderop in het vizier krijg, er achteraan. Geen idee of ik kan volgen of kan inhalen, maar in de veronderstelling dat hij de weg wel kent en dus een mooie en aantrekkelijke route in gedachten heeft. Na een tweetal kilometers de achtervolger te zijn geweest, kan ik haar, want het is een zij, gemakkelijk inhalen, ze is gaan wandelen. Eenmaal naast haar, pas ik mijn tempo aan, een wederzijdse groet en de vraag van mij naar een aantrekkelijke route naar Oostmahorn. Zij wijst mij de weg: ‘bij de volgende kruising, naar rechts en dan, wijzend, bij die boerderij begint een fietspad naar Oostmahorn’. Mijn dank is groot en we vervolgen ieder op eigen tempo onze weg. Eenmaal goed en wel op pad neem ik de omgeving eens goed in mij op. Langs de weg een sloot, het riet groeit al weer behoorlijk, niks bijzonders, dan een akker met aardappelen, eindeloos ver. Niet dat hier aardappelen worden verbouwd verwondert mij, maar de oppervlakte. Zover als het oog reikt en dat reikt ver met die noordelijke wind en een half bewolkte hemel, aardappelen. Links van mij en aan de rechterkant ook aardappelen en nog eens aardappelen. Hoog in de lucht meeuwen, wat lager een of andere roofvogel en weer wat lager wat kauwtjes. Rechtsaf op de kruising, ik nader de boerderij waar het fietspad zou moeten beginnen. Op afstand niet te ontwaren, want de bermen, nog niet gemaaid, belemmeren het uitzicht. Dan, verscholen in het hoge gras, een kleine handwijzer met ‘fietspad Oostmahorn’. Een pad om van te dromen, slingerend door de akkers, met aan weerskanten een smalle berm, begroeid met grassen, klaprozen, korenbloemen, kamille, dan een sloot, waarin de kikkers het zo te horen naar de zin hebben en vervolgens de aardappelen, hier en daar reeds in bloei. De zon recht voor en in de verte het silhouet van het dorp Oostmahorn en ergens moet dan Esonstad nog verborgen liggen achter een begroeide aarden wal. Het kan me niet lang genoeg duren, maar het fietspad is slechts een paar kilometer. Het eindigt op een weg, een bord wijst Oostmahorn naar links, Eson stad rechtdoor, Anjum rechtsaf. Ik ga rechtdoor om even later een smal paadje omgeven door bossages naar rechts te volgen. Het slingert en het leidt omhoog de aarden wal op, een parkachtige omgeving met uitzicht op het vakantie dorp met de welluidende naam Eson stad. Ik vervolg mijn weg en loop zo de nieuwbouw binnen. Het is er stil. Een man met een hond. Verder niks. Ik houd de buitenkant aan in de hoop de uitgang te vinden van dit vakantiepark. Een hoek om en nog een hoek, en met de huizen in de rug kijk ik tegen de dijk van het Lauwersmeer aan. Een brug over een brede sloot, of is het de bedoeling dat het een gracht wordt genoemd, en direct daarachter een hardhouten trap die tot op de kruin van de dijk reikt. Ik heb geen keus. De brug over en omhoog. Hijgend kom ik boven. Wat een uitzicht. Ik besluit eerst maar eens naar links te lopen. Daar zie ik in de ‘diepte’ aan een steiger een boot afgemeerd, ogenschijnlijk een rondvaartboot. Of misschien is het wel de oude veerboot naar Schiermonnikoog, immers voor de afsluiting van de Lauwerszee kon je alleen vanuit Oostmahorn naar het eiland.  Tegenover de kleine pier met aanlegmogelijkheid staat op en tegen de dijk aangeplakt het restaurant. Het is gesloten, niet vanwege het vroege tijdstip, maar ook hier gelden de regels voor het handhaven van een intelligente lock down. Het pad loopt langs het restaurant om dan even later mij naar beneden te leiden, waar ik mijn weg zou kunnen vervolgen naar  het oude dorp. Eenmaal beneden, op zeeniveau keer ik om. Loop omhoog om de andere kant de ruimte in en op te gaan. Eenmaal het vakantiepark voorbij heb ik een fenomenaal uitzicht over het droog gevallen deel van Lauwerszee ter linkerzijde en aan de andere kant het uitzicht over het land. Ik ben tot nu toe slechts twee mensen tegen gekomen, de man met de hond en de collega hardloper. De stilte wordt slechts doorbroken door het geluid van kwetterende zangvogels, het gekrijs van meeuwen, en het geschreeuw van de Scholeksters.
Dan sta ik voor de keus, of een hek over klimmen en mijn tocht vervolgen over de kruin van de dijk, maar in het gras, of het pad pad volgen naar beneden en de weg nemen die met de dijk mee loopt. Ik klim, maar na enkele tientallen meters keer ik om. Dat wordt een blessure als ik door het gras verder ga. De ondergrond is ongelijk, vol met niet zichtbare kuilen. Eenmaal beneden oriënteer ik mij op een mogelijk vervolg naar ‘huis’. Na een kilometer of wat langs de dijk is er een weggetje naar rechts. Even later ontwaar ik in de verte Anjum.
De weg terug, met een aanwakkerende tegenwind, kost mij de nodige inspanning. Ongemerkt liep ik verder dan in de bedoeling lag.

Meeloper

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.