Verslag Telemarks Tøffaste Noorwegen
Wat is er mooier dan vakantie? Tijdens je vakantie een dikke vette trail lopen!
Zodra we Noorwegen hadden uitgezocht als bestemming heb ik de race kalender erbij gepakt, en mijn oog viel al snel op een wedstrijd in Telemark, zuid-Noorwegen.
Nu was die wedstrijd wel 82km lang, en de naam van de race (Telemarks Toughest) beloofde ook al niet veel goeds. Tel daarbij op het zware parcours en de 3000hoogtemeters en je hebt een mooie uitdaging… Oh ja, je kon er ook 42km lopen maar dat kwam eigenlijk niet in me op.
Maar ik heb nog nooit langer dan 60km gelopen, en dat was op Texel, dus met iets meer dan nul hoogtemeters (strandopgangen en wat glooiende duinen), dus hoe bereid je je dan voor op zoiets? Eigenlijk niet heel speciaal om eerlijk te zijn, ik had geen schema, en had geen idee wat, waar en hoeveel je voor zoiets moet gaan trainen. Mijn basis was de marathon rondom het Sneekermeer, waar ik een pr liep, dus dat zat wel goed.
Ik probeerde elke week 80-100km te maken, maar omdat ik geen schema had zat er ook geen structuur in. Ik was vaak de eerste helft van de week lui, en maakte dan in de resterende 3 dagen nog 90km ofzo. Nu waren dat wel redelijke selectieve trainingen zoals op Ameland, in het Teutowald, rondom de Drentsche AA of tig keer de Groninger Kardingebult op. Je moet tenslotte wat creatief zijn als poldertrailer.
Onze rondreis door Noorwegen duurde drie weken en de wedstrijd was de laatste zaterdag ervan dus had ik nog tijd om echt in de bergen te trainen, wat goed gelukt is. Enkele van de verschillende bergtoppen die we wandelend (hoewel, het was ook vaak handen- en voetenwerk) hebben beklommen waren de Besseggengraat midden in Jotunheimen (1743m hoog) en de Gaustatoppen, de hoogste berg van de Hardangervidda met 1883m. Dat waren tochten waarbij we soms 7 uren onderweg waren dus veel legtime zoals dat zo mooi heet. Daarnaast natuurlijk de hardlooptraingen waarbij je in Noorwegen geen moeite hoeft te doen om mooie trails en uitdagende beklimmingen te vinden, die zijn overal! Mijn langste training was 34km met daarin bijna 1600hm en duurde een dikke 5 uren. Die paar weken hebben me wel vertrouwen gegeven en ik begon er zelfs zin in te krijgen!
De dag voor de race kon je het startnummer al ophalen en maakte ik ook kennis met de organisator, die bijna alles alleen deed (de Noorse Jan Kooistra!). Hij was al weken bezig met het uitzetten van het parcours en deed dat soms een weekend lang, rugzakje op met linten en bordjes, slapen in hutje en zelfs nog oude linten van vorig jaar weghalen omdat het parcours veranderd was! Hij verzekerde mij dan ook dat verkeerd lopen onmogelijk was omdat je altijd het volgende lint/bord/pijl kon zien. En als je toch verkeerd liep was je of dom of blind, daarover later meer.
Ik had al een tijdje via facebook contact met hem, oa over het Noorse inschrijfformulier waarbij ik wat hulp nodig had, en een paar dagen voor de race vertelde ik hem welke berg ik drie dagen voor de race nog had beklommen en dat ik twee dagen ervoor nog een rustige looptraining wilde doen. Zijn antwoord daarop was dat het teveel van het goede was en dat ik ECHT moest rusten en AL de energie nodig zou hebben die ik kon opsparen. Daarnaast verzekerde hij me dat mijn geest me zal dwingen om te stoppen, meerdere keren, maar dat het ook weer weg zou gaan, en dat je altijd in staat bent door te gaan, zolang je geen blessure hebt…En hij besloot met de volgende woorden: Don’t believe your thought when it’s painful, we have lots of walls we can pass. With some patience, a little break. Or just walk slowly and enjoy the nature, and the power ALWAYS will return. Goed, die looptraining heb ik toen maar geschrapt, en voor de rest werd ik niet echt gerustgesteld door zijn woorden.
Raceday! De start was om 8.00. Na een beroerde nacht van slapen, wakker liggen, woelen en dromen over doemscenario’s om 6.00 uit bed en wat ontbijten. Mijn tassen had ik al ingepakt dus om 7.15 waren we ter plekke. Er was een zone waar je bevoorrading voor de tweede helft kwijt kon dus daar een tas met droge kleding en voeding neergelegd. De temperatuur was prima en het was wat nevelig maar volgens de plaatselijke Noren zou het opklaren want dat was de maanden ervoor ook gebeurd zo vlak voor de volle maan…
Na een briefing in het Noors met soms een paar woorden Engels kregen we nog een gedicht te horen en werden we weggeschoten.
Zoals gewend bij een ultra was er geen gedrang bij de start, veel geklets, maar ook strakke koppies en konden de eerste go-pro camera’s al gespot worden.
De eerste kilometer ging nog boven de 12km/u maar daarna begon de ellende. De tweede kilometer kon ik nog hardlopend afleggen in amper 10km/u en de belofte aan mezelf om het wandelen zolang mogelijk uit te stellen moest ik voor ik de derde km klokte al verbreken. Het leek alsof mijn benen de trainingen alweer vergeten waren. Als je je dan beseft dat je nog 79km te gaan hebt zakt de moed toch wel in je schoenen en kan ik eerlijk bekennen dat ik mezelf toen ook afvroeg waar ik aan begonnen was.
Gelukkig duurde dat gevoel niet lang en al snel kreeg ik gezelschap (of zij van mij) van twee Denen en al pratende tikten we de kilometers weg. Een van hen had vorig jaar meegedaan en kon al wat vertellen over wat ons te wachten stond qua parcours. Verder ging het over doping in de trailsport, wielrennen, wat een Nederlander daar in godsnaam deed en wvttk (wat verder ter trail komt).
Een woord is me goed bijgebleven tijdens de race en klinkt nu nog steeds na: humbleness, oftewel nederigheid. Nederigheid voor de natuur, voor het parcours, voor de ervaring, voor de afstand, voor de duur. Ik denk dat het me heeft geholpen om te relativeren en om me het mentale zetje te geven om de race uit te lopen. Ze zijn beide overigens bij 42km uitgestapt…
Het parcours bestond uit rotsen (glad door de nevel), zandpaden, gravel, rotspaden, singletracks door het bos, stukken asfalt, en wat de Noren noemen: myr. In het Nederlands: doffe ellende! Moeras-achtige stukken zompig gras/veen/heide waarin je soms kniediep in wegzakte en blij mocht zijn dat je schoen mee terug kwam.
Maar ondanks dat was het genieten van het feit dat je middenin de onbeschrijflijk mooie en ruige Noorse natuur liep.
De 82km bestond uit twee rondes, een lus ten noorden van Treungen van 42km, met doorkomst bij start/finish en daarna nog een zuidelijke lus van 40km. Oftewel maar twee rondjes!
Na 5.08 op de marathon, waarvan de laatste kms downhill over heerlijk asfalt in 15 km/u gingen, was het tijd voor bevoorraden. Linda stond al klaar met de tas en heeft mijn waterzak bijgevuld en ik heb even gezeten, wat gedronken en de rugzak weer voorzien van nieuw voer, droge Buff op en op naar, zoals mevrouw Stemband zou zeggen: de tweeeede rondeeeeuuh!
Met de wetenschap dat in de eerste 42km 1800hm zaten van de totaal 3000 die op het programma stonden en de zwaarste klim in het begin van de tweede ronde zat leek het een makje te worden…Echter, die klim was de Skuggenatten, 706m hoog, en bestaande uit vooral heel veel rotsplaten die door de regen (het begon na zo’n 5uur wedstrijd te spoelen) veranderd waren in waterglijbanen die in het Tikibad niet zouden misstaan. Inmiddels had ik mijn jasje aangedaan want het werd behoorlijk koud door de regen, en glibberde ik verder omhoog, gebruik makend van plukjes mos of heide wat langs de rotsplaten groeide en nog iets van grip bood. Op enkele stukken lag er een stuk touw wat uitkomst bood, maar over het algemeen was het je voet neerzetten, hopen dat je niet weggleed en dan de volgende stap maken.
De route was hier voorzien van blauwe pijlen en als je soms omhoog keek en de volgende zag zakte de moed in mijn schoenen want hoe kom je daar nu weer? Uiteindelijk, met werkelijk geen idee hoelang ik over het hoogteverschil van 450m heb gedaan, bereikte ik de top en begon ik aan de langverwachte afdaling. Hier keek ik echt naar uit omdat het nu nog maar een dikke 30km was en ik al 2300hm had gehad en het mentaal gezien voor mij nog slechts een kwestie van uitlopen was. Maar omdat vooral in de trailwereld niks is wat het lijkt viel dit ook niet mee. Gladde rotsen naar beneden zijn net zo glad als wanneer je ze omhoog moet lopen, dus constant afremmen en corrigeren. Gelukkig werd de ondergrond steeds afgewisseld met karresporen, die echter waren veranderd in twee riviertjes zodat je het beste over het midden kon lopen, waar dan natuurlijk weer veel losse rotsen lagen, die je door de begroeiing van gras en hei niet zag, en constant scherp moest blijven.
Hierna volgden wat herstelkilometers over een mooi breed gravelpad, waar vroeger een treinspoor liep, en daar kon ik weer heerlijk 12-13km/u lopen en wat eten en drinken omdat je daar niet op de ondergrond hoefde te letten.
Blijkbaar liep het daar iets te ontspannen want op een gegeven moment zag ik geen lintjes meer en ben maar teruggelopen naar de afslag die ik had moeten nemen en voorzien was van belachelijk veel linten die ik dus helemaal gemist had…Toch een domme deelnemer…
De verzorgingsposten waren redelijk basic, met water, sportdrank, aangelengde siroop, cola, chips en soms broodjes kaas/salami. Wat had ik graag een warm bekertje bouillon of thee gehad daar! Bij de laatste drie posten was wel een vuurkorf en die benutte ik altijd goed om mijn handen weer wat gevoel terug te geven want ik moest regelmatig hulp inschakelen van een vrijwiliger of mijn tanden om de verpakking van gels of repen los te krijgen.
Het gezelschap onderweg bleef beperkt tot een enkeling die ik inhaalde of mij bijhaalde, meestal werd er in het Noors gevraagd hoe het lichaam aanvoelde (………bra?) en na een korte positieve woordenwisseling ging elk weer in eigen tempo en concentratie verder. Na iets van 75km kwam de tweede dame me voorbij, waarop ik bij de marathon 40min voorsprong had en ze is nog 4min op me uitgelopen, oftwel 45min goedgemaakt in 40km!
Met nog een km of 7 te gaan en ik het beoogde aantal hoogtemeters al had bereikt bereidde ik me voor op de afdaling naar de glorieuze finish maar ook hier is weer niks wat het lijkt, het bleef op- en afgaan en zo kregen we nog 200hm extra voor de kiezen. Van mijn Deense vrienden had ik gehoord dat er ook nog flink wat stukken myr in de laatste tien km zaten, waar hij gelijk in had, dus bleef het opletten geblazen. De laatste twee km was het echt klaar en kon ik door het dorp, over de brug, nog een rondje gravelbaan van 400m om het voetbalveld richting de finish!
Daar stond Linda klaar om me op te vangen en toen het mengsel van hijgen en huilen klaar was kreeg ik een microfoon onder mijn neus gedrukt door de speaker, wat later de burgermeester bleek te zijn!
Droge kleren aan, nog beetje hangen en napraten en de elandsoep heb ik maar aan me voorbij laten gaan om naar de warme douche in het appartement te gaan. Daar kreeg ik pas weer wat gevoel terug in mijn handen en kleurden mijn lippen weer van blauw naar normaal. Eten lukte niet echt dus maar wat noodels en restje pasta naar binnen gewerkt en heel voldaan in slaap gevallen…
Het is nu bijna een week geleden en het lichaam voelt prima, had niet meer spierpijn dan na een marathon en uiteraard overheerst het gevoel van tevredenheid, geluk, euforie en nog steeds de nederigheid….
Nog wat cijfers en feiten:
Eindtijd: 10.48.49, 3200hm, gem snelheid 7,58km/u
Marathontijd: 5.08.15, 1800hm, gem snelheid 8,21km/u
Klassering: 11e man, 13e totaal
Tijd winnaar ultra: 8.16.05 (4.02.01 na marathon)
Tijd winnares ultra: 10.35.22 (5.11.41 na marathon)
Tijd laatste deelnemer ultra: 16.53.53 (7.53.42 na marathon)
Tijd winnaar marathon: 4.17.16
Tijd winnares marathon: 6.03.38
Tijd laatste deelnemer marathon: 10.38.06
Totaal gestarte deelnemers: 120 (62 ultra, 58 marathon)
Totaal uitvallers: 20 (16 ultra, 4 marathon)